Voor het ontstaan van Stichting Carnaval “De Blauwe Bok” gaan we terug naar eind jaren vijftig. Het was de inmiddels overleden Theo van de Geijn, wie toendertijd de president van De Blauwe Bok was en wie eind jaren vijftig het carnaval in Druten introduceerde. Eerst nog aarzelend, in de Rooms-katholieke Instuif waar de kapelaan om 23.00 uur de leut kwam sluiten. Maar al snel maakte Theo en andere voorlopers als Sjaak van Woezik en Willie Roelofs plannen voor een reut.
De eerste was nog bescheiden van omvang. Een van de botsauto’s van kermisexploitant Sipkema deed dienst als prinsenwagen. Theo stond daar trots in te zwaaien.
Het autootje werd getrokken door een horde welpen, want Theo van de Geijn was bij de verkenners.
De eerste kwartjesreut in Druten werd echter al snel door een aantal agenten naar het Patronaatsplein geleid.
“We waren in overtreding”, zegt de organisator.”We hadden geen vergunning aangevraagd. Wisten wij veel.” Veertig gulden boete kostte dat. Theo moest als prins voor de onkosten opdraaien. Gelukkig was ome Sjuul jurist.”Je moet niet betalen, laat het maar voorkomen”, adviseerde die en stelde zich op als raadsman van de bekeurde neef.
Met gerechtsdeurwaarder Frits Tolhuizen, ome Sjuul en zijn vader vertok Theo op de dag des oordeels naar de rechtbank aan de Nijmeegse Oranjesingel. In zijn prinsenpak.
“Uit mijn rechtszaal”, riep de rechter toen hij de jonge narrenvorst zag. “Maar oom Sjuul kende het wetboek op zijn duimpje”, gniffelt Theo. “Hij draagt geen masker, dus is juridisch gezien niet vermomd”, vertelde hij de rechter. Omdat de stoet links van de weg had gelopen en niet in het midden, werd de optocht beschouwd als een wandelende menigte. De prins van Druten werd vrijgesproken en moest alleen 2,50 gulden aan administratiekosten betalen.
“We zijn toen met z’n vieren naar De Karseboom gegaan om het te vieren met uitsmijters en jenever”, zegt Theo.
Het werd zo gezellig dat we de laatste bus misten en een taxi moesten nemen. Alles bij elkaar kostte dat avontuur mijn vader bijna 60 gulden.
In 1958 richtten de jonge feestneuzen de eerste Drutense carnavalsvereniging op: De Hartenjagers.
“We waren allemaal jong en zaten druk achter de meiden aan”, verklaart Van der Geijn deze naam. In carnavalsjaar 1967-1968 werd dat De Blauwe Bok, naar een Duits t.v.-programma waarin Wein, Weib und Gesang de boventoon voerden. In aansluiting op hetgeen de Instuif in voorgaande jaren tijdens het carnaval had ondernomen, ging nu de onlangs opgerichte carnavalsvereniging “De Blauwe Bok” in het dorp Druten carnaval vieren.
De pogingen om ook de ouderen daarbij te betrekken was zeer geslaagd, ondanks het feit dat carnaval nog een nieuwigheid was.
Van de vier dagen was de maandagavond speciaal bestemd voor de ouderen (Nu beter bekend als “Het Ouwe Wijven Bal”).
De overige carnavalsdagen waren bestemd voor jong en oud. In 1968 werd tevens de eerste carnavalskrant van de Blauwe Bok uitgegeven, genaamd “De Wauwelkanter”.
Vanaf 1974 zal deze krant voortaan door het leven gaan als”Blauwe Bokken”, welke nog steeds elk jaar gratis bij alle Drutenaren in de bus valt.